Wij gaan er niet uit!

Sofia Melis

11293381

Wij gaan er niet uit!

Op 1 november 1978 werd het voormalige kantoor van de Technische Unie op de keizersgracht gekraakt en omgebouwd tot woongelegenheid. Vrijwel direct ontstond er een verharding van het conflict tussen de krakers en gemeente. De kraakbeweging was namelijk al ruim een decennium gefrustreerd over het scheeflopende overheidsbeleid betreft woningnood en speculatie. In het najaar van 1979 radicaliseerde dit duel. De Groote Keijser was verbouwd tot een stalen bunker om ontruiming te voorkomen. Leuzen als ‘wij gaan er niet uit’ en ‘de Groote Keijser is overal’ waren overal in Amsterdam te zien. De media stortte zich op de situatie en de krakers lieten zich met bivakmuts op interviewen in de munitiekamer van de Grote Keijser. Gasflessen, olievaten en ontplofbare aardappels stonden hier gereed voor het duel.  Hoe ondernamen de krakers dit verzet? Wat was de rolverdeling? Welke uitwerking had het verzet op de samenleving in de Groote Keijser? Dit zijn voorbeelden van vragen die centraal staan in deze bronanalyse om het organisatorische aspect van het verzet te belichten. Dit zal gebeuren aan de hand van mededelingenborden van de Groote Keijser, afkomstig uit het International Institute of social history, oftewel het IISG.

Bij het vak geschiedenis is het belangrijk dat je een bronnencorpus kiest en erover nadenkt welke kennis je hieruit verwacht te halen. Historici zijn geneigd om archiefonderzoek te doen en elke voetnoot vast te leggen. Volgens Simon Gunn is het echter veel belangrijker dat je expliciet bent over de onderzoeksmethode die je hanteert bij het analyseren van een bron.  Beginnende met een tekstuele analyse volgens de methode van Catherine Belsey, namelijk de bron bekijken zonder oordelen erop af te laten en te contextualiseren. Het wezenlijke uiterlijk van de bron staat op nummer één, daarna de bijbehorende literatuur en voorkennis.

“Mededelingenborden van de Groote Keijser, juli/augustus 1980”. Deze zin staat genoteerd op het bruine omhulsel van de bronnen. De mededelingenborden zijn gemaakt op groengele reclameposters voor een waterboiler van het merk Versugaz. Linksboven is een symbool met de letters TU te zien. Op de witte achterkant staan mededelingen genoteerd door middel van rode stift of ander schrijfgerei. De notificaties betreffen boodschappenlijstjes, roosters en aankondigingen voor bewonersvergaderingen. We hebben te maken met een geschreven, onbewuste bron. Onbewust omdat de mededelingen niet zijn geschreven met het doel om geschiedenis te schrijven. Dit op een rijtje hebbende is het tijd om er betekenis aan te geven door middel van voorkennis en literatuur.

Wanneer begin 1978 het kantoorpand van de Technische Unie op de keizersgracht naar Amstelveen verhuisde pakten de krakers hun kans. Het zestal panden werd omgebouwd tot huisvesting met het doel de woningnood hoger op de politieke agenda te zetten. De Technische Unie heeft met de verhuizing echter niet al haar bezittingen meegenomen. De groengele reclameposters van het merk Versugaz zijn van de unie geweest, te zien aan hun symbool “TU” linksboven op het blad. In het kader van duurzaamheid hebben de krakers de posters de functie mededelingenborden gegeven. Wie verantwoordelijk voor de totstandkoming van de mededelingen is is onduidelijk. De maker of eventuele makers van de bron zijn anoniem. De notificaties zijn niet ondertekend met een naam of een identificeerbaar krabbeltje. Wel is het constateerbaar dat de auteur een bewoner van de Groote Keijser in juli en/of augustus 1980 is geweest.

“Woensdagavond, 20.00, een souterrain vergadering”, deze woorden staan met rode stift groot op de achterkant van een Versugaz reclameposter gekalkt.  In de desbetreffende vergadering zullen de barricadering en voorbereidingen voor het verzet besproken worden. Ook staat er op de poster vermeld dat er een koffiebar aanwezig gaat zijn. “Vanmiddag, 5 uur, bewonersvergadering”, deze woorden zijn ook met rode stift genoteerd in het zelfde handschrift als de bovenstaande mededeling.  In de bewonersvergadering zal de motivatie van de bewoners aan bot komen, mocht die niet goed zijn zijn ze geacht te vertrekken. De inhoud van deze tekst verhult een aantal dingen. Ten eerste dat de vergaderingen zeer serieus genomen worden. De hoofdgedachte van de vergadering is a priori vastgesteld en er kunnen eventuele diskwalificaties plaatsvinden. Ten tweede wordt de vergadering gebruikt als gelegenheid om het verzet te coördineren. Dat de punten ‘barricadering’ en ‘voorbereidingen’ op de poster genoteerd staan  maken duidelijk dat het verzet goed doordacht was. De krakersrellen zijn niet ontwaakt in een momentopname als respons op de mobiele eenheid. In wezen zat er een heel systeem achter. Volgens Bart van der Steen, deskundige op het gebied van sociale geschiedenis, waren het tevens de krakersrellen die ervoor zorgden dat de centrale overheid op grote schaal fondsen ter beschikking stelde voor de renovatie en nieuwbouw van huizen.  Zonder het bolwerken van het verzet door middel van bewonersvergadering hadden de rellen wellicht nooit zo’n impact gehad. Ten derde was er noodzaak voor het houden van een vergadering. Die middag om vijf uur moest er eentje plaatsvinden. Wat de aanleiding hiervoor was is niet vast te stellen maar het is wel duidelijk dat er direct actie werd ondernomen.

 

“Onduidelijkheid voorkomen, mensen die hier niet wonen of  komen werken verzoeken weg te gaan”.  Dit is een andere mededeling. De hoofdbewoners hadden een politiek doel en zaten niet te wachten op free-riders die van gratis onderdak genoten zonder hun steentje bij te dragen. Mensen die deze politieke motieven niet deelden en in het pand bleven hangen zonder arbeid te verrichten werden dus verzocht om te vertrekken. Deze boodschap sluit bovendien aan bij het inspecteren van de motivatie tijdens de bewonersvergadering. Duidelijk maken deze mededelingen dat wanneer je niet in de Groote Keijser woonde of werkte mocht verdwijnen. Woonde of werkte je wel in de Groote Keijser maar had je hier geen geldige motivatie voor mocht je desgelijks vertrekken.

“HOOG nodig: Tenminste 10 ijzeren platen, 20 houten schotten, 1 gasfles bruine, steigerpijpen, hekwerk, prikkeldraad! …”.  Dit is een gedeelte van een andere mededeling in de vorm van een boodschappenlijstje. Uit deze mededeling is af te lezen dat het communaal leven in de Groote Keijser goed georganiseerd was. De aanschaf van verzetsattributen was blijkbaar van groot belang wat aantoont dat  in juli en augustus de bedreiging van de politiemacht flink was. Ook is er op een andere poster een rooster te vinden voor de lasploeg.  Hierop is te lezen dat op bijvoorbeeld maandag de bijgenaamde Norbert, Vi en Gi om 12.00 het dak moesten gaan lassen. De mensen van buitenaf zagen de Groote Keijser bij wijze van spreken als een stalen bunker. De rolverdeling voor het halen van dit doel was echter systematisch vastgelegd via bijvoorbeeld een lasrooster.

Ondanks het anonieme karakter van de bronnen doet de auteur als een invloedrijke bewoner aan. Deze bewoner bepaalde namelijk welke boodschappen voor het verzet gehaald moesten worden, stelde het lasrooster vast en bepaalde wanneer de bewonersvergaderingen plaatsvonden. De maker had door middel van de mededelingen belang bij het organiseren van de samenleving in de Groote Keijser. De prioriteit lag hierbij bij het verzet zo vlot mogelijk te laten verlopen. Het organiseren van bewonersvergaderingen en het opstellen van lasroosters droeg bij aan het behalen van dit doel. Ten tweede achtte de maker het belangrijk onduidelijkheid te voorkomen. Om dit te bewerkstelligen moesten de bewoners hun motivatie delen op de bewonersvergadering. Tegenwoordig is de samenleving digitaal georganiseerd, maar toentertijd was het niet mogelijk om een mededelende WhatsApp of mail te sturen. Mede door deze reden zijn de mededelingen hoogstwaarschijnlijk op deze manier tot stand gekomen.

De maatschappelijke houding van de auteur en diens relatie tot de geschreven inhoud is niet exact vast te stellen. Het is echter wel mogelijk een beeld te schetsen van de eventuele maker aan de had van al bestaande informatie. Het is bekend dat de krakers omtrent 1980 politieke motieven hadden voor het bezetten van leegstaande panden. Het naar hun mening doortrapte overheidsbeleid betreft woningnood en gebrek aan jongerenhuisvesting moest een hoog plekje op de politieke agenda krijgen. Door middel van actief verzet te plegen door het kraken zelf en het bevechten van ontruiming probeerden ze dit doel te bereiken.  Het is mogelijk dat de auteur van de bron een activistische aard had. Dit kan ook blijken uit het feit dat er op het boodschappenlijstje gasflessen, prikkeldraad en ijzeren platen zijn te vinden. De auteur van de bronnen was duidelijk op een strijd met de overheid uit. De auteur maakte al met al deel uit van een tegenbeweging.

Ongeacht de activistische aard van de maker was de doelgroep van de bron geen enerverend publiek als de politiek of politie maar simpelweg de mede-bewoners. Via de mededelingen konden de inwonenden vernemen dat de bewonersvergadering zich om die tijd plaatsvond of dat tenminste twintig houten schotten zeer nodig waren. De mede-bewoners worden op verschillende manieren aangesproken. Dat kan zijn in de vorm van een algemene mededeling, anderzijds door het gebruik van hun kamernummer of de voornaam. In wezen schrijft de auteur niet om belangen te behartigen maar om mededelingen te doen. Of de mede-bewoners gediend zijn rekening te houden met de notificaties is niet vast te stellen. Krakers strijden voor een vrij bestaan, ook wel een anarchie. Een medebewoner iets kon opdragen sluit niet aan bij dit beeld.  De boodschappenlijst kan ook als geheugensteuntje dienen met de boodschap: ‘hou je ogen open’. Wanneer een medebewoner bijvoorbeeld houten schotten tegen het lijf loopt is hij of zij herinnerd deze mee te nemen.

Hoe de bron zich tot de historiografie weerhoudt is eveneens moeilijk vast te stellen. De biografie van de bron en in welke contexten deze in de loop der tijd is gebruikt valt niet te achterhalen. Maar doordat de bron een kijkje op het organisatorische aspect van de samenleving in de Groote Keijser is kan de verhouding tot de historiografie wel worden nagegaan. Hoe schetst de literatuur het verzet van de krakers? Welke verschillende beschrijvingen over die periodiek zijn er te vinden? Op welke manier past de bron bij deze beelden? Met andere woorden: welke aspecten in de literatuur komen overeen met de gedachte van de bron.

De jaren zeventig staan over het algemeen bekend als een periode van scherpe meningsverschillen en emotionele debatten. Over deze enerverende tijd is veel literatuur gepubliceerd. Volgens Duco Hellema, auteur van het artikel De lange jaren zeventig, zijn er drie contrasterende beelden over dit tijdvak in de literatuur te vinden: een neoliberale tijd, een ik-tijdperk en een rood, radicaal tijdvak.  Deze bronnen sluiten het meest aan bij het rode, radicale tijvak. De boodschappenlijstjes met verzetsattributen zouden bijvoorbeeld niet tot stand zijn gekomen als de verhouding tussen de krakers en de overheid niet was geradicaliseerd. Waar eind jaren zestig nog ontruimingen plaatsvonden waar zowel de gemeente als krakers achter stonden, waren de bewoners van de Groote Keijser vastberaden het pand niet te verlaten.  Om dit te bereiken werd alles op alles gezet. Door middel van attributen op de boodschappenlijst als houten schotten en prikkeldraad konden de bewoners de panden zwaar barricaderen. Deze vastberadenheid van de bewoners deed burgemeester Polak twijfelen het pand te ontruimen uit angst voor dodelijke slachtoffers. Deze situatie schetst de radicalisering van dit tijdvak wel degelijk.

Bart van der Steen, deskundige op het gebied van sociale geschiedenis, heet een artikel geschreven over de kraakbeweging en haar geschiedschrijving. Hij stelt een luwte in het radicaal activisme te hebben ondervonden aan het einde van de jaren zeventig waardoor de krakersrellen verbijstering opriepen.  Aan de hand van een voorbeeld uit het boek Een voet tussen de deur van Eric Duivenvoorden, benoemt Steen in zijn artikel dat de krakersbeweging door de jaren zeventig heen steeds verder groeide en militanter werd.  Ook dit is goed af te lezen in de bron. Het ‘geen-geweld’ protocol dat aan het begin van de krakersbeweging gold was als sneeuw voor de zon verdwenen. Deze strijdlustigheid werd ten eerste aangewakkerd door de blinde vlek aan de kant van de overheid. Vanaf het begin van de jaren zestig was het kraken een openlijk protest tegen woningnood. Dat hier echter aan het einde van de jaren zeventig nog steeds geen oplossing voor was zorgde dat de kraakbeweging groeide. Niet alleen in omvang maar ook in verzet. Ten tweede zorgde de media-aandacht er ook voor dat het fenomeen buitenparlementaire actie een hoge vlucht nam.  Door deze factoren was het mogelijk voor de krakersbeweging hun samenleving en het verzet te organiseren. Deze organisatie vond dus plaats aan de hand van lasroosters en bewonersvergaderingen.

“Laat het duidelijk zijn: neem helm, stok en molotovs mee! De ontwikkeling van de kraakbeweging tot radicale beweging”.  Dit citaat is afkomstig uit het boek tussen verbeelding en macht dat diep ingaat op de geschiedenis van actiebewegingen midden jaren zestig tot het begin van de jaren negentig. Aan de kraakbeweging is een hoofdstuk gewijd waar ook de radicalisering ervan aan bot komt. De bewoners van de Groote Keijser waren bereid het gevecht aan te gaan met de politie. Alleen op die manier gingen ze voor hun gevoel ook het gevecht aan met het scheve overheidsbeleid. De gevolgen van dit verzet waren tevens snel zichtbaar. De buitenwereld, en daarmee ook de politiek en politie, zag de dichtgelaste ramen en deuren. ‘Wij gaan er niet uit’ was de strijdspreuk van de krakers.

Al met al is in de historiografie over de krakersbewegingen te lezen dat deze aan het einde van de jaren zeventig radicaliseerde als gevolg van frustratie en media-aandacht. Door middel van de bronnen is het voor mij mogelijk om achter deze façade te gaan staan en deze radicalisering van de organisatorische kant te belichten. Voor de buitenwereld was het alleen zichtbaar dat alle ramen en deuren waren dichtgelast. Door de mededelingenborden is het echter duidelijk geworden dat hier roosters en bewonersvergadering aan ten grondslag lagen, een corvee als het ware. De massa ziet alleen de krakersrellen, maar aan de hand van de bron is het duidelijk geworden dat hier een heel systeem achter zit. Mocht de mobiele eenheid aanvallen wisten de krakers op welke hoek of brug ze zicht moesten bevinden om de aanvallen te hinderen. De krakersbeweging was geen opgejutte bende. Sterker nog, ze wisten donders goed waar ze mee bezig waren.

Mocht er een vervolgonderzoek komen over het organisatorische aspect van het krakersverzet zou ik meerdere krakersrellen onderzoeken afkomstig uit de Staatsliedenbuurt of dezelfde periode. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen? Werd het verzet bij andere gevallen in de Staatsliedenbuurt ook via een vergelijkbaar systeem georganiseerd? Waren er vergelijkbare sleutelrollen? Is er een verband tussen de conflicten te vinden? Komt de aanleiding overeen? Dit soort vragen zouden centraal kunnen staan bij een vervolgonderzoek. Als er geen bronnen zijn achtergelaten in de vorm van huishoudelijke mededelingen en roosters is het mogelijk om gebruik te maken van orale bronnen zoals interviews. Naderhand kan je je afvragen welke bronnen betrouwbaarder zijn: een huishoudelijke mededeling afstammend uit de onderzochte periode of een getuige die zijn verhaal bijna twintig jaar later doet? Deze aspecten lijken mij interessant om te behandelen in een vervolgonderzoek.

Al met al belicht de bron het organisatorische aspect van het verzet vanuit de Groote Keijser. De paar zinnen die op de vellen staan genoteerd functioneren als een kijkje naar binnen. Duidelijk is geworden dat het verzet georganiseerd is aan de hand van bewonersvergaderingen, lasploegen en boodschappenlijstjes. Wie de krakers een opgejutte bende wegens de politie vond kan aan de hand van de bronnen zien dat zij systematisch en doorgedacht te werk gingen. Anderzijds bevestigen de bronnen ook een beeld dat in de literatuur wordt geschetst, namelijk de radicalisering van de beweging aan het einde van de jaren zeventig. Dankzij de blinde vlek en passieve houding van de overheid tegenover de woningnood en speculatie groeide de militante houding aan de kant van de krakers. Ook de media-oproer zorgde voor het opschroeven van de situatie. ‘Wij gaan er niet uit’ luidde de wapenkreet van de bewoners en er werd alles aan gedaan om hun politieke doel te bewerkstelligen.

Literatuurlijst

B. van der Steen, ‘De papieren van de revolte: De kraakbeweging en haar geschiedschrijving’, in: Tijdschrift voor Stadsgeschiedenis 9, nr. 2 (2014).

C. Belsey, ‘Textual analysis as a research method in English studies’, in: G. Griffin, Research methods for English studies (Edinburgh 2013).

D. Hellema, ‘De lange jaren zeventig’, in: Tijdschrift voor Geschiedenis 123, nr. 1 (2010).

E. Duivenvoorden, Een voet tussen de deur: Geschiedenis van de kraakbeweging 1964-1999 (Amsterdam 2000).

J. Duyvendak, Tussen verbeelding en macht: 25 jaar nieuwe sociale bewegingen in Nederland (Amsterdam 1922).

S. Gunn en L. Faire, ‘Introduction: Why bother with method?’, in: Ibidem, Research methods for history (Edinburgh 2012).

 

Sofia Melis

11293381