

DE GROOTE KEYSER IS OVERAL!
Inleiding
In deze bronanalyse staat de brochure De Groote Keyser is overal van de Amsterdamse kraakbeweging centraal. Het was een bijlage van Kraakkrant nr. 36. Wanneer er wordt gekeken naar de hoofdgebeurtenissen uit de geschiedenis van de kraakbeweging, staat de kraak van Groote Keyser hoog op het lijstje. Toch is er in de geschiedschrijving aan speciale brochures die specifiek gericht waren op de Groote Keyser, nauwelijks tot geen aandacht besteed. Dit gaf voor mij de doorslag om voor deze bron te kiezen. Daarnaast geeft de bron een unieke kijk op de situatie rondom de Groote Keyser in 1980, vanuit het perspectief van de krakers. Er kan worden afgeleid over welke informatie de krakers beschikten en hoe ze dachten over overheden zoals politie en gemeente.
Met een brochure als bron die gemaakt is door krakers zelf moet er nauwkeurig worden omgegaan met de aanpak ervan. Er moet in het geval van deze brochure rekening worden gehouden met een aantal punten. Een daarvan is de relatie van de krakers tot de beschreven inhoud van de brochure. De makers gebruikten de bron als eigen propagandamiddel. De makers zijn de krakers, de bron is de brochure. Omdat de brochure als propagandamiddel voor de krakers en hun reputatie diende, moet hier rekening mee worden gehouden bij het analyseren van de bron. Er kunnen (toen) bestaande opvattingen versterkt, verkeerd geïnterpreteerd of weggelaten zijn.
De totstandkoming van de bron zal nauwkeurig besproken worden. De maatschappelijke positie van krakers wordt besproken, maar ook de middelen waarmee brochures en krantjes tot stand kwamen worden besproken. Uiteindelijk zal er een voorbeeld uit de brochure naar voren worden gebracht en vervolgens geanalyseerd worden. Concluderend zal worden besproken hoe brochures zoals De Groote Keyser is overal kunnen bijdragen in het kader van een groter onderzoek. Ook de resultaten die de kraakbeweging heeft weten te behalen met de kraak van de Groote Keyser worden toegelicht en de mogelijke rol van de brochure hierbij.

De kraakbeweging in de jaren zeventig
Hoe het überhaupt tot een kraakbeweging heeft kunnen komen, heeft alles te maken met sociale en politieke veranderingen in de jaren zeventig van de vorige eeuw. De jaren 70 markeren een omslagpunt van sociale en politieke veranderingen die sinds 1945 in gang gezet waren en het vertrouwen in alle vormen van gezag leken te ondermijnen. Waar de Nederlandse politiek eerst niet tegen te hoge spanning kon en gebaseerd was op pluralisme en consensus, verschoof deze tolerante houding naar een meer autoritaire. Vooral in Amsterdam leidde deze veranderde houding van de politie tot veel protesten en rellen. Een mogelijke verklaring waarom dit juist in Amsterdam gebeurde, is de problematische vertrouwensband die de inwoners en de Amsterdamse politie hadden. Daarnaast hielp het tekort aan agenten en de slechte organisatie de politie niet. Meerdere politieke botsingen tussen politie en de inwoners van Amsterdam leek onvermijdelijk: de veranderde houding van de politie stond lijnrecht tegenover het gebrek aan respect voor de autoriteiten en de vaak ontbrekende gehoorzaamheid onder de inwoners van Amsterdam.
Deze ontbrekende gehoorzaamheid onder de inwoners van Amsterdam uitte zich onder andere in het kraken van woningen. In de jaren zestig werd woningen en panden voor het eerst gekraakt ten gevolge van het tekort aantal woningen tegenover het grote aantal woningzoekenden. Voor krakers had het kraken van panden meerdere motivaties of aanleidingen: “Dat het kraken om zich heen greep kwam niet alleen door de woningnood of door de morele betekenis van de daad die daar een eind aan beoogde te maken. De gelegenheid maakte de kraker. De toentertijd in Amsterdam op gang gebrachte grootscheepse investeringen in verbetering van de stedelijke infrastructuur effenden bijna letterlijk de weg.”
Er stonden veel (kantoor)panden leeg die in handen waren van speculanten en bedrijven. Een aantal inwoners van Amsterdam besloot deze panden te gaan kraken. Bedrijven en speculanten pikten dit niet: zij schakelden de gemeente en deurwaarders in. De gemeente besloot de politie in te zetten, de burgemeester was politiechef dus mocht onder andere beslissen over het aantal agenten dat gestuurd werd.
Ondanks een aantal felle confrontaties in de jaren zestig tussen politie, brandweer en krakers ging het kraken in de jaren zeventig gewoon door. 1 november 1978 zou een belangrijke datum worden binnen de geschiedenis van de Amsterdamse kraakbeweging: de Groote Keyser werd gekraakt. De Groote Keyser bestond uit een zestal panden, gevestigd op de Keizersgracht nummer 242 tot en met 252. De eigenaar van de panden, multinational OGEM, pikte dit niet en schakelde de gemeente in. De dreiging van ontruiming was groot, maar burgemeester Polak vreesde voor dodelijke slachtoffers in het geval van een ontruiming.
Over de Groote Keyser en de ontruiming die eraan zat te komen, werd veel geschreven en gesproken. Er werd geschreven voor alle Amsterdamse mensen. Niet alleen op lokaal niveau binnen de gemeente en de Amsterdamse kraakbeweging, maar ook op nationaal niveau gezien werd er aan de kraakbeweging veel aandacht besteed. Op het journaal en in de kranten waren onderwerpen zoals kraken, de kraakbeweging zelf, de acties en de ontruiming die in de lucht hing niet weg te denken.
Ook in het heetst van de strijd ging het schrijven en het onderling vergaren van informatie gewoon door. Dit werd gedaan aan de hand van de Kraakkrant, maar ook door speciale brochures op te stellen. De brochure De Groote Keyser is overal is een tweede brochure over de Groote Keyser die gemaakt werd om lezers te informeren over de ontruiming die eraan zat te komen. Een lijst van incidenten, solidariteitsverklaringen en artikelen uit weekbladen komen in de brochure aan bod. Een mogelijke verklaring voor het maken van een brochure gericht op de Groote Keyser, is de ontruiming die eraan zat te komen. De rode draad van de brochure is het belang van het behoud van de Groote Keyser en de relatie van de krakers en politie, die tot een kookpunt was gekomen.
De brochure die bij Kraakkrant nr. 36 hoorde werd gemaakt door de krakers zelf. Ze kozen zelf hun afbeeldingen, maakten eigen tekeningen en verzonnen eigen leuzen. Soms zat er bij de Kraakkrant een extra brochure, zoals de brochure De Groote Keyser is overal bij kraakkrant 36. De brochure gaat specifiek in op de Groote Keyser, omdat deze op het punt van ontruiming stond toen de Kraakkrant werd uitgebracht. Kraakkrant nr. 36 werd uitgebracht in februari 1980, ook toen was de Groote Keyser nog steeds niet ontruimd.
De informatie die onder andere over de Groote Keyser werd gegeven in de kraakkranten en brochures komt uit de kraakbeweging zelf en pers- en nieuwsberichten. Verder wordt er in de brochure ook gebruik gemaakt van artikelen uit weekbladen zoals de Groene Amsterdammer en zijn er meerdere solidariteitsverklaringen in de brochure te vinden. De informatie vanuit binnen de kraakbeweging zelf kon uit eigen ervaring zijn, maar ook bij het Fort van Sjakoo: een kraakboekwinkel die als distributiepunt voor informatie van buiten de grenzen gold.
De verkregen informatie werd verspreid aan de hand van krantjes, brochures of mondeling. De Kraakkrant verscheen om de twee à drie weken en werd eerst gestencild bij de Kraakpandendienst en later in de kelders van Paradiso. Het was namelijk de Amsterdamse kraakbeweging die de krantjes en brochures maakte, uitbracht en verspreidde binnen Amsterdam en uiteraard Amsterdamse panden kraakte. Daarom is het logisch dat het drukken van de krantjes, pamfletten en brochures in Amsterdam zelf gebeurde.
De middelen die de Amsterdamse kraakbeweging gebruikte voor het maken van de Kraakkrant en toebehorende brochures, waren onder andere typemachines, foto’s, persberichten, maar ook veel zelfgemaakte afbeeldingen en tekeningen. Onder de krakers bevonden zich veel creatieve mensen, zoals kunstenaars, maar ook fotografen en schrijvers. Er werd soms bewust gekozen sommige afbeeldingen of publicaties te gebruiken in de brochures en kranten, of juist weg te laten. De Kraakkrant en brochures dienden als propagandamiddel voor de kraakbeweging.
De Kraakkrant werd samengesteld door meerdere krakers en ook de stukken in de Kraakkrant werden door meerdere krakers geschreven. Het is in ieder geval vast te stellen dat niet één persoon de krant en brochure heeft gemaakt. Meerdere publicaties van verschillende personen komen aan bod, soms met een afsluiting, soms niet. Naast de afsluiting is ook aan de schrijfstijl af te leiden dat het om meerdere, verschillende personen gaat: de één schrijft voorbeeld Groote Keijzer, de ander Groote Keyser. Het gebruik van meerdere handschriften maakt ook duidelijk dat de bron niet door één dezelfde persoon tot stand is gekomen, maar door meerdere krakers.
De maatschappelijke positie van de krakers is moeilijk te bepalen. De brochure is samengesteld door krakers uit Amsterdam, waarvan onbekend is wat hun maatschappelijke positie is. Over de algemene maatschappelijke positie van krakers, provo’s en kabouters schrijft Virginie Mamadouh het volgende: “De specifieke maatschappelijke positie van deze jongeren vloeide grotendeels voort uit het uitstel van toetreding tot de arbeidsmarkt en van gezinsvorming.”
Er wordt veel gedacht over krakers dat ze uit de lagere klassen kwamen, maar dit beeld is onjuist. De krakersbeweging bestond uit veel meer dan alleen lagere klassen. De aanleiding om te gaan kraken was niet per se gekoppeld aan klassen: het ging voornamelijk om jongeren die een woning zochten, en die waren er simpelweg niet. Daarnaast waren de woningen die wel beschikbaar waren, veel te duur. Onder de jongeren waarvan bijvoorbeeld de ouders of zijzelf genoeg geld hadden om een woning te betalen, kwam kraken niet tot nauwelijks voor. Het is dus aannemelijk om te denken dat de krakers voornamelijk uit de lagere en middenklasse kwamen.
De Groote Keyser is overal!
De Groote Keyser is overal is de benaming van de brochure die bij Kraakkrant nr. 36 hoorde. De krant en brochure verschenen in februari 1980. In de brochure zijn geschreven stukken van verschillende personen, organisaties en bewegingen te vinden. Zo komt bijvoorbeeld ook een stuk van weekblad De Groene Amsterdammer in de brochure voor, maar ook enkele krakers van de kraakbeweging Indische Buurt worden aan het woord gelaten. De brochure geeft een breed beeld van de verschillende opvattingen en meningen over de kraakbeweging, de woningnood, het optreden van de gemeente, politie en andere overheden.
De brochure is er vooral op gericht dat de reputatie van de krakers wordt gepresenteerd als rechtvaardig. Wanneer er in een geschreven stuk iets wordt geïmpliceerd over de krakers wat volgens de krakers onjuist is, wordt dit door de krakers weerlegd. Hierna volgt vaak een argument van de krakers wat de weerlegging versterkt. Een voorbeeld hiervan is De Groene Amsterdammer die in een artikel onderscheid maakt tussen twee verschillende soorten manieren van kraken. De eerste is ‘het politiek bewuste kraken’, waarvan gesteld werd dat die tijden voorbij leken te zijn. Als voorbeeld van het politiek bewuste kraken werden het pand Singel 46 en de acties in de Indische buurt genoemd. De tweede manier van kraken zouden ‘haviken’ zijn die zich lukraak op het eerste beste zouden storten met ‘vaak niet meer dan een rationalisatie achteraf, een vlag om de lading te dekken’. Volgens de Groene Amsterdammer leken de krakers van de Groote Keyser onder deze categorie te vallen.
De makers van de brochure weerleggen de door De Groene gemaakte verdeling in het kraken in een reactie dat geschreven werd op 30 januari 1980: “Wanneer de Groene dan ook enigszins een analyse gemaakt had van ontwikkelingen op het terrein van de woningnood en de kraakbeweging, dan was duidelijk geworden dat het bij de Groote Keyser gaat om een door iedere kraakgroep gedragen en ontwikkelde strategie die de logische voortzetting van alle hiervóór gevoerde akties vormt.” Zowel het artikel van De Groene als de reactie van de krakers op het artikel zijn te vinden in de brochure.
De krakers traden dus op als eenheid tegen overheden en hielpen elkaar waar nodig. Een van de overheden waar vooral tegen werd opgetreden – waar nodig met geweld – was de politie. Ook de geschreven stukken over de politie beogen het doel van het redden van de reputatie van krakers en de rechtvaardiging van de ondernomen acties. Een opsomming van incidenten met de politie ‘toont aan dat het politieoptreden er slechts op gericht is om ons, krakers, te provoceren, intimideren en te criminaliseren.’ Hierbij moet wel gezegd worden dat de lijst met opgesomde incidenten tussen politie en krakers vanuit het perspectief van de krakers was opgesteld.
Meerdere opvattingen van krakers over de politie en de politiechef, eveneens burgemeester, worden naar voren gebracht in de brochure. De afsluiting van de opsomming van incidenten tussen politie en krakers is als volgt: “Door de belangen van ons èn van andere minderheidsgroeperingen systematisch te negeren, werpt de politie zich uitsluitend op als belangenbehartiger van de heersende klasse en haar moraal.” Van het gemeentebestuur verwachten de krakers dat er geen politiepersoneel zal worden ingezet, ‘en daardoor aan zijn normale taken onttrokken wordt, om bij deze ontruiming te helpen’. Daarnaast zou moeten worden vastgesteld door het gemeentebestuur, dat er voor de politie ‘belangrijker prioriteiten zijn, waarvoor de politie moet worden ingezet’.
Verder hadden de krakers niet alleen verwachtingen van het gemeentebestuur, maar ook van de Amsterdamse politie. “Wij verwachten van de amsterdamse politie, dat deze zaak aanleiding zal zijn voor alle politiemensen om de diskussie over en de bezinning op hetgeen in de eerste plaats de taak van de politie zou moeten zijn, een diskussie die al in zo verheugende mate in het korps aan de gang is, des te krachtiger te blijven voeren en tot een goed einde te brengen.” Discussie en verdeeldheid binnen het politiekorps werkten in het voordeel van de krakers. Op die manier bleven steeds minder ‘politiemensen’ binnen het korps over die het eens waren met het politiebeleid.
Conclusie
Uiteindelijk kocht de gemeente de panden van de Groote Keyser aan, lieten de panden opknappen door het Gemeentelijk Woonbedrijf en werden de panden tegen een sociale prijs verhuurd. Het doel van de krakers en eveneens van de brochure, het behoud van de Groote Keyser en het creëren van betaalbare woningen, is behaald. Een middel om bij dat doel bij te dragen is de brochure geweest, waardoor de lezers geïnformeerd werden en het eens konden worden met standpunten van de krakers en zo sympathie voor de kraakbeweging konden creëren.
Deze analyse is een voorbeeld van de bijdrage van geschreven publicaties die er onder andere aan hebben bijgedragen dat er betaalbare woningen werden gecreëerd en ontruiming en verdere escalatie van een politiek conflict is voorkomen. De kraakbeweging heeft zijn steentje weten bij te dragen voor de woningzoekenden in de jaren na het kraken. Actie voeren heeft dus wel degelijk zin in tijden van nood, ook als hiervoor de wet overtreden moet worden.
In een groter onderzoek zou de brochure De Groote Keyser is overal vergeleken kunnen worden met de eerder uitgebrachte brochure over de Groote Keyser. Uit de vergelijking kunnen verschillen tussen de brochures naar voren komen die te maken kunnen hebben met de veranderde mate waarin het politieke conflict gevoerd werd. De verschillen zouden vervolgens gekoppeld worden aan de eerdere mate van het conflict en de latere mate van het conflict. Is het conflict verergerd, verminderd en wat heeft er toe geleid dat die verschillen zijn ontstaan? Dat zijn vragen die centraal zouden staan in het geval van een groter onderzoek.
Daarnaast vind ik dat er nog te weinig aandacht is besteed aan de brochures van de Groote Keyser. Aan de Kraakkrant is veel aandacht besteed. Er zijn meerdere publicaties over verschenen. Het bijzondere aan de bijgevoegde brochures over de Groote Keyser van de Kraakkrant is dat er gericht wordt op één specifiek gekraakt pand, namelijk de Groote Keyser. De brochures zijn minder algemeen dan de Kraakkrant en bieden daarom een unieke inkijk op gekraakte panden zoals de Groote Keyser. Een groter onderzoek over de brochures van de Groote Keyser als bijlagen van de Kraakkrant zou dan ook zeker op zijn plek zijn.
Bronnenlijst
• Bosscher, D., ‘Een stad van en voor wie?’, in: P. de Rooy e.a. (red.), Geschiedenis van Amsterdam: Tweestrijd om de hoofdstad 1900-2000 (Amsterdam 2007).
• Bosscher, D., ‘Geen woning, toch een kroning’, in: P. de Rooy e.a. (red.), Geschiedenis van Amsterdam: Tweestrijd om de hoofdstad 1900-2000 (Amsterdam 2007).
• De Groote Keyser is overal (februari 1980).
• Duivenvoorden, E., Een voet tussen de deur: geschiedenis van de kraakbeweging 1964-1999 (Amsterdam 2000).
• Kennedy, J. C., Nieuw Babylon in aanbouw: Nederland in de jaren zestig (Amsterdam 1995).
• Mamadouh, V., De stad in eigen hand. Provo’s, kabouters en krakers als stedelijke sociale beweging (Amsterdam 1992).
• Oneindig Noord-Holland, https://onh.nl/verhaal/kraken-in-amsterdam (geraadpleegd 1 februari 2018).