Roze en Aktiegroep Nieuwmarkt

Roze en Aktiegroep Nieuwmarkt

“Wie es eigentlich gewesen ist”. Dit zijn de befaamde woorden die aan de basis liggen van het moderne historisch onderzoek. Deze woorden werden uitgesproken door zijn vader, Leopold van Ranke. Hij wilde de echte gebeurtenissen achterhalen door een middel tot vandaag de dag het wapen is van historici. Bronnen. Nu alle historici met het noemen van die naam in katzwijm zijn gevallen kunnen we verder. Net zoals historisch onderzoek heeft gedaan. Historici hebben de neiging altijd overal context bij op te zoeken, maar hierdoor kijken zij soms te snel over kleine details in bronnen heen die zo belangrijk willen. Daarom zegt Catherine Belsey in haar Textual Analysis as a Research Method dat het juist zo belangrijk is om naar een bron te kunnen kijken zonder te gaan interpreteren met heel veel context.

Dit is precies wat in de stuk gaat worden uitgevoerd. Daarom zal er ook niet meer verteld worden in deze inleiding. Heel gedetailleerd wordt er gekeken naar een bron uit het staatsarchief voor kraakgeschiedenis. Hierbij wordt een kleine, maar artificiële tweedeling gemaakt tussen het uiterlijk van de bron en het innerlijk. De eerste categorie is eigenlijk de bron bekijken alsof het in zijn geheel een afbeelding is waar je een blik op werpt. Hier worden ook de kleine tekstjes die duidelijk geen onderdeel zijn van de hoofdtekst bekeken. Vervolgens wordt het innerlijk van de bron de hoofdtekst en de afbeeldingen. Hier wordt ook al wat meer geïnterpreteerd op basis van zaken die eerder opgevallen zijn. Het onderscheidt is wat artificieel, want innerlijk en uiterlijk beïnvloeden elkaar natuurlijk. Het verschil zit hem dan ook meer in er naar kijken al was het met een snelle blik en er naar kijken alsof je hem ook echt gaat lezen.

De smachtende bron

De bron lijkt op het eerste oog een normaal a4-pamflet met wat tekst en afbeeldingen. De vouwlijnen en de drie kolommen tekst verraden echter dat het ooit waarschijnlijk de vorm van een folder had. Hij is dubbelzijdig geprint met voornamelijk tekst en afbeelding op relatief stevig papier. De bron verkeert dan ook nog steeds in goede staat, niet verkeerd voor een stuk van 44 jaar oud. Zowel tekst als papier zijn beiden in grotendeels in zwart-wit afgedrukt en trekken niet gelijk de aandacht. Dit geeft een geweldig contrast met enkele andere onderdelen van de folder. Dezen zijn geprint in een kleur die het midden houdt tussen zuurstok roze en lichtpaars. Dit zorgt ervoor dat bij een eerste oog opslag de blik gelijk naar deze plekken wordt getrokken. Het mag dan ook niet verbazen dat de auteurs links bovenaan de titel van de folder in ander en groter font hebben afgedrukt. ‘WAT KLOPT ER VAN DE ARGUMENTEN VAN DE GEMEENTE OM EEN METRO AAN TE LEGGEN’ leest het. Dit zorgt dat de potentiële lezer meteen weet waar de folder over gaat. Deze opmaak wordt in minder mate doorgezet in de subkopjes die roze onderstreept zijn. Het stuurt de ogen van de lezer actief door het stuk heen.

Dit leidende roze wordt echter ook voor twee andere elementen gebruikt in de folder. Zij kunnen ons meer vertellen over de datering en productie van de bron. Aan de achterkant staat er rechts onderin iets wat lijkt op een kleine stempel met een logo, maar belangrijker nog een markering van de datum. In dit geval is dat januari 1975, maar in hetzelfde archief is een andere versie te vinden die ongemarkeerd is. Deze alternatieve versie is ook op net ander papier geprint en de afbeeldingen zijn iets zwarter en beter zichtbaar. Het lijkt erop dat de folder op verschillende plekken en/of tijden is geproduceerd. Helaas worden veel dubbele exemplaren niet bewaard, waardoor het moeilijk is een goed beeld te krijgen van oplage en mogelijk verschillende producties. Een datering, die met de context belangrijk wordt,  van productie rond eind 1974 tot begin 1975 lijkt waarschijnlijk. Dit wordt versterkt door het tweede element in leidende roze.

Aan de voorkant van de folder bevindt zich helemaal links in het kader, drie regels met tekst. Hierin worden zowel de adresgegevens van de Aktiegroep Nieuwmarkt vermeld als het feit dat het gaat om een overdruk uit ‘Het metrorapport van de nieuwmarkt’. Dit geeft ons verdere informatie over oorspong van dit stuk. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat de folder door Aktiegroep Nieuwmarkt is gecreëerd op basis van een eerder rapport, ook van hun hand. Er wordt namelijk vermeld dat de folder een overdruk is oftewel een deel van het eerdere rapport dat nu losstaand is uitgebracht. Dat was ook geen slecht idee, want het oorspronkelijk rapport werd in 1974 uitgebracht en telde meer dan 50 pagina’s. Het was enigszins een kakofonie van precieze uiteenzetting van de feiten, afbeeldingen, kaarten en geopinieerde stukken. Hierin midden in op pagina 21 en 22 bevindt zich het oorspronkelijke artikel. De verschillende versies zijn vrijwel hetzelfde en op tekstueel niveau zelfs helemaal. Het belangrijkste verschil zit hem in het ontbreken van de roze accentuering in de versie uit het rapport. Een klein doch cruciaal verschil ten opzichte van de folder. Want hoewel de inhoud van de folder ook een interessant perspectief biedt, vertelt deze bron ook veel over de manier waarop de informatie werd verspreid. De auteurs van de folder hebben actief gekozen om van dit stuk tekst uit het rapport een folder te maken. Ze lijken hiermee te sturen op een groter publiek dat logischerwijs niet het hele rapport van 50 pagina’s gaat lezen. In dit proces hebben zij ervoor gekozen om de roze accentuering toe te voegen wat een lezer helpt zijn weg vinden in de folder. Er lijkt gestuurd te zijn om de folder toegankelijker en aantrekkelijker voor een groter publiek te maken dan het orgineel.

De bron heeft dus in zijn productieprocess twee verschillende fases gehad. Ten eerste toen de tekst werd geschreven om in het rapport te plaatsen. Vervolgens begon de tweede fase toen de tekst gebruikt is om de folder mee te creëren. De tekst in het rapport kan dus ook gezien worden als een stap in het productieproces. Dit bekent dat het niet zeker is of de auteurs van de tekst iets van doen had met de auteurs van de folder. Het zouden verschillende mensen binnen de Aktiegroep kunnen zijn geweest. De bron die hier wordt bekeken is echter de folder dus is het niet zozeer belangrijk wat de oorspronkelijke auteurs met hun tekst wilden in het rapport, maar wel wat de auteurs van de folder met de tekst wilde in de folder. Hoewel ze beiden deel waren van Aktiegroep Nieuwmarkt, gaat het over verschillende werken en is het dus een relevant punt om te bespreken.

De tekst zelf weerlegt, zoals aangekondigd in de titel, vijf argumenten van de gemeente betreffende de hoeveelheid te vervoeren mensen,  effect op auto’s , snelheid van de metro, werkgelegenheid gecreëerd door de bouw en de kosten voor de reiziger. Per argument, die roze onderstreept zijn, wordt in een korte alinea. Deze hebben een duidelijk opbouw waarin de tekst uiteen zet waarom de opvatting van de gemeente in hun ogen incorrect is. Daar tegenover zetten de auteurs wel een oplossing die hun voorkeur verkrijgt. De auteurs gebruiken tegelijkertijd beeld om hun standpunten kracht bij te zetten. Hiervoor worden drie spotprenten gebruikt die lege stad voor kantoren en rijken tonen. De auteurs gebruiken beeld en geluid in tandem om kort en overtuigend de plannen van de gemeente aan te vallen.

Het gebruik van beeld en taal brengen niet alleen inhoudelijk een boodschap over, maar maken de folder ook toegankelijk voor een groot publiek. De redeneringen worden nog gemakkelijker om te volgen doordat de auteurs gebruik maken van vrij informeel en eenvoudig taalgebruik. Technische termen lijken daarom vermeden en regelmatig wordt de ‘we’  vorm ingezet. De tekst per argument is ook vrij compact met een duidelijk opbouw en resulteert in vijf ‘hapklare’ argumenten tegen het gemeentebeleid. Dit maakt het toegankelijk om te lezen én te gebruiken voor een groot publiek ongeacht opleidingsniveau. Het beoogde publiek van de tekst is dus zeer breed. Het sloot alleen complete leken op dit onderwerp uit door direct in te gaan op argumenten zonder inleiding. Aan de andere kant van het spectrum was het voor doorgewinterde actievoerders niet veel nieuws onder de zon. Hiertussenin zat echter een hele grote groep voor wie de tekst interessant was. Dit sluit aan bij het uiterlijk van de bron, waarbij ook lijken te mikken op breede beoogde doelgroep.

De bron vertelt zelf dus al heel veel over zijn productie en de intenties van de auteurs. Moeilijker is echter te achterhalen waarom werd besloten op dat moment deze bron voort te brengen. Context over de periode en auteurs is noodzakelijk. Voor deze bron is dat de strijd om de Nieuwmarkt en zoals de bron toonde Aktiegroep Nieuwmarkt.

De geboorteplaats en ouders van de bron

Dit conflict heeft zijn wortels in de tweede helft van de jaren zestig. Dit was een roerige tijd voor Nederland, maar met Amsterdam als het meest in het oog springende voorbeeld. De nieuwe generatie babyboomers begonnen zich actiever af te zetten tegen de maatschappelijke orde.  Deze oude paternalistische orde van de ‘golden age’ van de naoorlogse wederopbouw boette steeds verder aan gezag in. Op straat uitte dit zich in groeiende burgerlijke ongehoorzaamheid in het begin veelal in de vorm van protesten. In Amsterdam was Provo het uithangbord van deze beweging. Het organiseren van bijeenkomsten en kraken van panden leidde tot enkele conflicten met de politie. Hoewel geweld niet afwezig was bij deze conflicten vermeden gezagsdragers verdere geweldsescalatie koste wat het kost. Een ander middel dat Provo en andere inzette was kraken.

In deze onrustige context was er een ander probleem ontstaan in Amsterdam. De stad in de jaren 60 te maken met een extreme demografische verandering. Veel groep, waaronder jonge gezinnen, besloten weg te trekken uit de stad naar de betere leefomstandigheden van het suburbane wonen. Tegelijkertijd was er ook een grote instroom van jongeren die zich aangetrokken voelden tot de grote stad. Er was tegelijkertijd sprake van veel leegstaande en vervallen panden als van woningnood. De gemeente wilde de vervallen panden het liefst slopen en vervangen met nieuwbouw. Er werden door Publieke Werken (PW) grootse plannen gemaakt voor grootste stedelijk vernieuwing. De Amsterdamse binnenstad moest zich ontwikkelen om economisch relevant te blijven. Hiervoor zouden de oude woonwijken aan de rand moesten plaatsmaken voor kantoren en infrastructuur.

De Nieuwmarktbuurt lag in deze vuurlinie. In 1968 werd door de gemeenteraad besloten dat metro er zou komen. Het tracé van de lijn liep dwars door de Nieuwmarktbuurt en zou de sloop van een groot deel van de buurt betekenen. Dit schoot in het verkeerde keelgat bij zowel de buurtbewoners als de woningzoekenden. Het duurde ook niet lang voordat er groot protest ontstond in de buurt. Die organiseerde zich in de Nieuwmarktbeweging om de sloop van de buurt en komst van de metro tegen te houden. Het wordt ook wel beschreven als een strijd tussen de functionalistische gemeente die de stad vooral ziet als een economische motor en hem zodanig wil inrichten. Hiervoor zou de Nieuwmarkbuurt moeten wijken. En de ‘romantici’ van de Nieuwmarktbeweging die de Nieuwmarkbuurt wilde behouden als plek voor mensen om gezamenlijk te wonen, te werken en sociale contacten aan te gaan. Binnen de ‘romantische’ protestbeweging speelde Aktiegroep Nieuwmarkt een cruciale rol. Een organisatie waar tientallen mensen aan meewerkt. De Aktiegroep vormde het zenuwcentrum van de buitenparlementaire acties zoals kraken vanaf 1970. Het bedient zich echter net zo als de andere groeperen van drukwerk in de vorm van actiebladen en affiches om hun ideeën en overtuigingen te verspreiden. Het begint vanaf 1972 ook zijn eigen onderzoek te doen naar alternatieven voor de metro en maken hier actief plannen van. Een trend waar de vader van deze bron, het metrorapport uit 1974, bij hoort. Deze werd zelf in november 1974 ingediend bij een raadsvergadering.

Deze organisatie stond dan ook vooraan toen eind 1974, na jarenlange relatief vreedzame protesten, de vlam in de pan sloeg. Op 12 december 1974 trachtte de gemeente panden aan de Dijkstraat te ontruimen toen het tot hevige conflicten kwam tussen kraker, onder andere de Aktiegroep, en de politie. Dit zou de opmaat zijn naar verdere conflicten in 1975. In januari van dat jaar rammen krakers nog in op politieagenten. Begin 1975 is er dus opeens sprake van open geweld tussen de Aktiegroep en de politie.

Dit is de directe context waarin Aktiegroep Nieuwmarkt besloot de bron te produceren in januari 1975. Ze hadden dus een hele directe aanleiding om een folder te creëren die hun argumenten tegen de metro nog eens extra duidelijk maakte. Bij een conflict zoals die van 12 december kwam de schijnwerper op de Nieuwmarktbuurt te staan. Hierdoor zal er meer interesse zijn geweest van een breed publiek. Tegelijkertijd willen de actievoerders natuurlijk laten weten dat ze niet zonder reden geweld gebruiken. Hoewel er niet direct bewijs voor te vinden is, heeft het een zekere logica dat Aktiegroep Nieuwmarkt een manier zoekt om haar kant van het verhaal naar buiten te brengen naar het grotere publiek. Laat dit nou net de doelgroep van de folder zijn! Hiermee wordt het aannemelijk dat dit belangrijk was in de overweging de folder uit te brengen.

De bron als wetenschappelijk object

De bron is een vreemd object in het onderzoek. Hij was de enige folder in de verzameling over Aktiegroep Nieuwmarkt van het IISG. In de literatuur zijn de folder en het rapport niet terug te vinden. Bij het onderzoek naar de actievoerders in de Nieuwmarkt wordt vaak gebruikt gemaakt van pamfletten, affiches, bezwaarschriften/brieven of krantjes van de actievoerders. Van deze bronnen komt een pamflet of een brochure het dichtst bij deze bron qua opbouw met voornamelijk tekst en eventueel wat afbeeldingen. In het meeste onderzoek, maar zeker ni

et in elk, wordt deze bronnen worden gebruikt om opvattingen van bepaalde groep te peilen. In het geval van deze bron zal het weinige verbazen dat Aktiegroep Nieuwmarkt geen voorstander van de metro en geen fan van de CPN was. Op twee andere manieren is de bron echter van grotere waarde.

In haar boek uit 1992 bespreekt Virginie Mamadouh theoretische frameworks voor het bestuderen van groeperingen als Provo, de kabouters en krakers. Haar framework draait om het sleutelbegrip van stedelijke sociale bewegingen, waar alle drie onder zouden vallen. Zij omschrijft het begrip als volgt: ‘een stedelijke sociale beweging is een netwerk van groeperingen en individuen die bewust (buitenparlementaire) actie voeren en gedurende langere tijd gericht zijn op de totstandkoming van ruimtelijke en maatschappelijke veranderingen op grond van alternatieve opvattingen over de herinrichting van de stad’. Hoewel Mamadouh de krakers ook onder dit begrip schaart, helpt deze bron om dit specifieker te bekijken voor Aktiegroep Nieuwmarkt.

Om flauw te beginnen valt een pamflet en dus een folder is onder een vorm van buitenparlementaire actie. Bovendien proberen de auteurs van de folder met tekst heel duidelijk hun eigen visie te plaatsen ten opzichte die van de gemeente. Dit is het natuurlijk al helemaal het geval met het metrorapport en de eerdere alternatieve plannen voor de metro die zijn gemaakt door Aktiegroep Nieuwmarkt. De Aktiegroep heeft duidelijk haar eigen visie voor de herinrichting van de stad.  Het feit dat er zekere organisatie achter zat en een langere tijd in beslag nam, blijkt uit de andere toevoeging aan bestaande kennis die de bron te bieden heeft.

De bron biedt namelijk de unieke mogelijkheid om een beetje achter de schermen te kijken van naar productieproces van Aktiegroep Nieuwmarkt. De bron is immers in twee stappen ontstaan met als eerste de creatie van de tekst voor het rapport en vervolgens de transformatie naar een foldervorm. Hieraan is te zien dat de auteurs actief bezig waren met verpakken van de tekst, in een foldervorm met een opvallende kleur, voor een nieuw breder publiek. Het geeft daarmee een inkijk in hoe de Aktiegroep bezig was met het aanpassen van hun boodschap voor een ander publiek. Weliswaar is dit als folder een unieke bron die niet helemaal regulier ontstaan, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat Aktiegroep Nieuwmarkt hun werkwijze plots zouden hebben veranderd voor deze ene productie.

Conclusie

De folder van Aktiegroep Amsterdam is unieke bron, zowel letterlijk als figuurlijk. Door het gebruik te maken van de Textual Analysis as a Research Method en dus eerst goed naar de bron te kijken, kan een historicus dus heel veel uit de bron zelf halen zonder eindeloos veel context nodig te hebben. In dit geval resulteerde dat in het feit dat de manier van produceren vanzelf naar voren als een opvallende punt. Dit is dan ook precies waar de bron nieuwe inzichten kan verschaffen. De bron bewijst niet in een keer dat de Aktiegroep Nieuwmarkt inderdaad onder de begrip stedelijke sociale beweging valt, maar maakt het wel op een paar punten waarschijnlijk. Bovendien licht het een tip van de sluier op over de overwegingen die worden gemaakt in het productieproces van Aktiegroep Nieuwmarkt.

Literatuurlijst

Secundaire literatuur

  • B. van der Steen, ‘De papieren van de revolte: De kraakbeweging en haar geschiedschrijving’, in: Tijdschrift voor Stadsgeschiedenis 9, nr. 2 (2014) 166-181.
  • C. Belsey, ‘Textual analysis as a research method in English studies’, in: G. Griffin, Research methods for English studies (Edinburgh 2013) 160-178.
  • D. Hellema, Nederland en de jaren zeventig (Amsterdam 2012).H. de Liagre Böhl, Amsterdam op de helling: De strijd om stadsvernieuwing (Amsterdam 2010).
  • J.C. Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw: Nederland in de jaren zestig (Amsterdam 1995).
  • K. Davids, ‘Sporen in de stad: De metro en de strijd om ruimtelijke ordening in Amsterdam’, Historisch Tijdschrift Holland 32 (2000) 157-182.
  • V. Mamadouh, De stad in eigen hand. Provo’s, kabouters en krakers als stedelijke sociale beweging (Amsterdam 1992).

Primaire literatuur

  • Internationaal instituut voor sociale geschiedenis (IISG), Archief Aktiegroep Nieuwmarkt (AAN), invr.nr. SAVRZO28, doos 2, map 3, ‘Wat klopt er van de argumenten van de gemeente om een metro aan te leggen’ , januari 1975.
  • Internationaal instituut voor sociale geschiedenis (IISG), Archief Aktiegroep Nieuwmarkt (AAN), invr.nr. SAVRZO28, doos 2, map 4, ‘Metrorapport van de Nieuwmarkt’’,  1974.
  • Internationaal instituut voor sociale geschiedenis (IISG), Archief Aktiegroep Nieuwmarkt (AAN), invr.nr. SAVRZO28, doos 2, map 2, ‘Wat klopt er van de argumenten van de gemeente om een metro aan te leggen’.

 

De Nieuwmarkt Revolutie

De kraakbeweging heeft zowel in Nederland als in Europa diepe sporen achtergelaten. Verschillende opvattingen over de indeling van de binnenstad leidde in vele grote Europese steden tot een strijd tussen goedkope huisvesting enerzijds en modernisering anderzijds. In sommige steden mondde dit uit in een guerrilla oorlog tussen burger en overheid. Nergens anders in Nederland woedde deze strijd zo heftig als in de Nieuwmarkt, waar het voortbestaan van de gehele wijk bedreigd werd door plannen voor de aanleg van een metro. De Aktiegroep Nieuwmarkt nam de toekomst van hun buurt in eigen handen door het organiseren en informeren van alle krakers en medestanders uit de omgeving. Door middel van telefoonlijsten, sirenes en tijdschriften werd de buurt continu op de hoogte gehouden van allerlei mogelijke ingrepen door de gemeente. Doordat beide partijen niet wilden toegeven aan elkaar werd het duidelijk dat een grootschalig conflict onontkoombaar was geworden. Ter bestudering van het grootste conflict uit de laatste helft van de 20e eeuw in Nederland bekijk ik de achtergrond van zowel de krakersbeweging als de Aktiegroep Nieuwmarkt. Daarnaast onderzoek ik uitgaven van de Aktiegroep, met daarbij in het bijzonder het Nieuwmarkt Dagblad dat in de dagen voorafgaand aan de metrorellen van 24 maart 1975 werd uitgegeven. Voor dit onderzoek is dankbaar gebruik gemaakt van het Staatsarchief dat is ondergebracht bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis.

Provovicatie

Aktiegroep Nieuwmarkt en de kraakbeweging zijn in grote mate ontstaan vanuit de denkbeelden van de provo’s. Door middel van ludieke en provocerende acties verzetten de provo’s zich tegen de gevestigde orde van de jaren ’60. Met name de bijeenkomsten die in confrontaties met de politie uitmondden trokken veel mensen aan. Uiteindelijk haalden zij het wereldnieuws door de huwelijksfestiviteiten van prinses Beatrix en Claus von Amsberg in Amsterdam met rookbommen te verstoren. Ter ondersteuning van hun acties gaven zij een blad uit, genaamd Provo, waarin zij onder andere de woningnood aankaartte. De zevende editie van Provo bevatte de grimmige subversieve brief, dat zich verzette tegen de plannen van de gemeente om de bevolking naar buitenwijken te ‘deporteren’. Met dit taalgebruik wordt natuurlijk een pijnlijke vergelijking met de deportaties van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog gemaakt. Als mogelijke repercussies werd het opblazen van de IJtunnel of het aanvallen van slopers van de oude buurten gesuggereerd. In reactie hierop werd de gehele oplage van de zevende Provo in beslag genomen en werden enkele provo’s opgepakt en veroordeeld tot een gevangenisstraf. Rob Stolk, toenmalig redacteur en drukker van het blad, heeft uiteindelijk vijf weken in de gevangenis overnacht. Hoewel de provo’s zich in 1967 ophieven betekende dat helaas voor de gemeente geen einde aan het burgerlijk verzet.

Het provo-archief werd voor ƒ13.010 gulden aan de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek verkocht. Dit geld werd ondergebracht bij de Stichting Ter Bevordering van een Goed en Goedkoop Leven, dat later zou fungeren als geldschieter van allerlei verschillende krakersactiviteiten. Rob Stolk houdt de strijd tegen woningnood na het ontbinden van de provo’s in leven door Woonburo de Kraker op te richten en namens dit bureau een Handleiding voor Krakers uit te geven. In de zomer van 1970 komt Rob Stolk met Lou van Nimwegen, een andere oudgediende van de Provobeweging, op de Keizerstraat 2A in de Nieuwmarktbuurt terecht. In de kelder van dit pand, dat al spoedig als verzamelplaats voor gelijkgestemden dient, richten zij Aktiegroep Nieuwmarkt op. Hoewel de eerste editie van het Nieuwmarkt Dagblad nog even op zich liet wachten kwam, hield Aktiegroep Nieuwmarkt zich bezig met andere bladen, het verbeteren van de krakersreputatie en het opknappen van de buurt.

Provo’s hebben krakers wellicht geïnspireerd door hun manifestatie tegen de openbare orde door middel van bijeenkomsten en ludieke acties. Hun ergernis aan het huisvestgingsbeleid van de gemeente deelden zij tevens aan de burgers via tijdschriften. Binnen de krakersbeweging werden eveneens vermeende fouten in het gemeentelijk beleid aangekaart en via bladen verspreid om daarvanuit een gelijkgestemde achterban te vormen die voor deze punten strijd. Zoals hierboven beschreven deinsden Provo’s niet terug voor het gebruik van geweld of gewelddadig taalgebruik. Hoewel het Dagblad Nieuwmarkt naar mijn mening weinig gewelddadig taalgebruik hanteert en over het algemeen een nette indruk maakt, staan er wel enkele spotprenten in die een lugubere indruk maken. Op de voorkant van het eerste nummer van het Nieuwmarkt Dagblad staat een afbeelding van een metro met een doodskop, dat op de lezer afdondert. Op het tweede nummer prijkt een enorme stoomwals die een paar hoofden, met daarop ‘Nieuwmarkt’ geschreven, verplettert. Wanneer je beseft dat het slopen van de Nieuwmarktbuurt voor de metro noodzakelijk werd geacht door de gemeente en de inwoners zich niet lieten uitzetten, kan je begrijpen dat de komst van de metro als levensgevaarlijk werd gezien. Een overeenkomst tussen provo’s en krakers lijkt het gebruik van harde woorden en afbeeldingen om een harde werkelijkheid te bestrijden.

Net zoals de provo’s voor hen verzette Aktiegroep Nieuwmarkt zich tegen het gemeentelijk beleid wat betreft huisvesting en stadsinrichting. Waar de gemeente zich een binnenstad voor zakenlieden en toeristen voorstelde, vochten krakers voor de handhaving van goedkope arbeiderswoningen. Als inwoners van hun buurt veronderstelde zij over een zekere invloed over de invulling ervan te beschikken. Wanneer de gemeente in 1968 plannen maakt om een metro door de Nieuwmarktbuurt aan te leggen leidt dat tot het kraken van de voor sloop bestemde woningen. Als de gemeente in 1971 daadwerkelijk voorbereidingen treft voor de aanleg van de metro komt Aktiegroep Nieuwmarkt in actie. Om de sloop van huizen te beperken worden telefoonlijsten opgesteld waarmee buurtbewoners snel gealarmeerd kunnen worden wanneer er een huis gesloopt dreigt te worden. Twee buurtbladen fuseren tot het tweewekelijkse blad Nieuwmarkt, gedrukt en gefinancierd door Rob Stolk en de Stichting voor Goed en Goedkoop Leven, dat bestemd is om de buurt te informeren over de meest recente ontwikkelingen over de metroplannen. Vanwege de enorme toename van het aantal krakers in de Nieuwmarktbuurt en de reëel dreiging van uitzetting brengen zij in 1975 een dagblad uit om alle ontwikkelingen op de voet te volgen, het Nieuwmarkt Dagblad.

Nieuwmarkt in actie

De doelgroep van dit dagblad zijn op de eerste plaats natuurlijk de inwoners van de Nieuwmarktbuurt. Aktiegroep Nieuwmarkt was zich wegens de afnemende reputatie van krakers al enige tijd op de hoogte over de noodzaak van een hechte buurtgemeenschap. Zo organiseerde zij in 1971 al een feestweek, waarbij zelfs kindermiddagen gemoeid waren. Door hun naam te ‘zuiveren’ trachtte zij een geëngageerde wijk te vormen waarmee zij als een eenheid tegen de gemeente konden optreden. De Aktiegroep bleek succesvol in het achterhalen van allerlei vertrouwelijke informatie van de gemeente. Zij rapporteerden over verggaande speculatie van Engelse beleggingsmaatschappijen in hun buurt en uitstapjes van wethouders naar Londen om fondsen te werven.

Het valt uit verschillende teksten en illustraties op dat het dagblad zich richt tot de mensen die zelf op uiteenlopende manieren betrokken waren geraakt bij antikraakacties. Zij roepen politieagenten op om zich niet te laten misbruiken door het stadsbestuur om de Nieuwmarktbuurt met geweld te ontruimen en richten zich tot bouwvakkers die de metro aanleggen met de vraag hun werk neer te leggen. Hierin dringen ze bij deze mensen aan om zich op hun menselijke eigenschappen te beroepen: ‘Laat je niet misbruiken door de gemeente, maar help de Amsterdammers in hun strijd tegen woningnood.’ Hoewel deze personen niet tot de beoogde doelgroep behoorden, lijkt het of het dagblad ervan uitging dat hun boodschap op de een of andere manier bij hen aan zou komen. Daarnaast richtte het blad zich tot mogelijke bijstanders uit andere buurten, die zich betrokken voelden bij hun strijd tegen het huisvestingsbeleid van de gemeente en voor inspraak in eigen buurt. Door de tijden en frequentie van de uitzendingen van Radio Mokum te verstrekken probeerde zij ook mensen buiten de Nieuwmarkt te activeren. Dit bleek zijn vruchten af te werpen toen, tijdens de Nieuwmarktrellen van 24 Maart 1975, een grote groep studenten zich naar de Nieuwmarkt begaf om de inwoners van de Nieuwmarkt tegenover de grote politiemacht bij te staan. Hiermee schapen zij een eenheid tussen krakers, buurtbewoners en overige medestanders tot een strijdbare fractie waarmee zij zich letterlijk en figuurlijk tot een onverzetbaar blok vormde.

In het Nieuwmarkt Dagblad worden de standpunten van de buurtbewoners over de aanleg van de metro en het gemeentelijk beleid duidelijk uiteen gezet. Het metroplan werd volgens de krakers gevormd met nieuwbouwsteden als Purmerend en Almere in het achterhoofd. In hun mening was de gedwongen volksverhuizing van ‘honderd duizend Amsterdammers’ naar deze oorden overbodig omdat er in Amsterdam zelf genoeg woonruimte zou moeten zijn. Wanneer dit benut zou worden is de aanleg van de metro volgens de krakers overbodig. Deze standpunten worden aangehaald bij de verslagen over gemeenteraadsdebatten. Het verslag over het debat van 19 maart 1975 in het tweede nummer van het Nieuwmarkt Dagblad wordt gebruikt om de waarden van de Aktiegroep aan te halen.

Geoorloofd geweld

Hoewel tijdens het debat wederom is gestemd voor de aanleg van de metro dwars door de Nieuwmarktbuurt is dat volgens dit blad niet de plek waar dit debat werkelijk gevoerd wordt. Dit gebeurt volgens Aktiegroep Nieuwmarkt namelijk in buurten en wijken binnen en buiten Amsterdam. Zij leggen hiermee de verantwoordelijkheid van deze beslissingen bij de buurtbewoners zelf. Omdat het besluit van de gemeenteraad tot stand kwam door ‘partijpolitieke manipulaties, het verkrachten van verkiezingsprogramma’s’ achten zij zich niet gebonden door deze uitkomst. ‘Wij zijn het niet die op een harde confrontatie aansturen. Het stadsbestuur luistert niet naar er leeft onder de Amsterdamse bevolking.’ De krakers eigenen zich het recht om gehoord te worden toe. Ze stellen dat het niet hun wens is om een gewelddadig conflict uit te lokken, maar zij laten zich niet door dat vooruitzicht afschrikken. Wanneer de gemeente haar wil aan haar de inwoners probeert op te leggen is buitenparlementaire actie toegestaan.

Daarnaast bestreden zij zich nadrukkelijk tegen vermeend bedrog en valse informatievoorziening van de media en politiek. Vanwege het gebrek aan openheid neemt Aktiegroep Nieuwmarkt de taak op zich om de ‘juiste’ gegevens met haar achterban te delen en haar erop te wijzen wanneer de gemeente haar misleidt. Hiermee verzetten zij zich niet alleen tegen het stadsbestuur, maar ook tegen het welvaartskapitalisme en het politieke bestel. Zij presenteren de harde cijfers van onder andere het aantal huizen dat er sinds de Tweede Wereldoorlog zijn gesloopt en hoeveel er volgens de gemeente nog gesloopt moeten worden. Het verzamelen en delen van deze informatie wijst op een grote zelfstandigheid en gedrevenheid van krakers en de actiegroep Nieuwmarkt. Deze zelfstandigheid is volgens Duco Hellema typerend voor het ik-tijdperk, waarin de maatschappij narcistischer en individualistischer werd. De nadruk lag hierbij volgens hem op het heft in eigen handen nemen. De wens voor inspraak op de eigen woonwijk is hier ook een afgeleide van. Met het plaatsen van de verantwoordelijkheid in de handen van de buurtbewoners willen zij het zelf voor het zeggen hebben. Door de buurt te informeren over gemeenteraadsdebatten, speculatie van Engelse beleggingsmaatschappijen en studeeravonden trachten zij een geïnformeerde, actieve buurt te kweken waarmee zij samen kunnen strijden voor het behoud van hun wijk. Deels dankzij de bijdragen van Aktiegroep Nieuwmarkt ontstond een stedelijke sociale beweging in Amsterdam.

Het Nieuwmarkt Dagblad staat uit een combinatie van getypt en getekend schrift. Bijna iedere tekst bevat wel een spelling –of typefout. Waarschijnlijk gebeurde deze per ongeluk of door een gebrek aan middelen, maar misschien ook wel expres om de indruk van de underdog te vestigen en te verstevigen. In dit collage van krantenknipsels, getekende koppen, krabbeltjes en getypte artikelen is het niet geheel duidelijk of sommige geschreven teksten in de lay-out van het dagblad zijn opgenomen of dat deze er later bijgetekend zijn, maar deze zorgen wel voor een stijl die mij een gemoedelijk gevoel overbrengt. Zo staat er bovenaan een verslag van een gemeenteraadvergadering een tekening van een jongen met een spraakballon erbij: ‘dit was ik nog vergeten te zeggen’, met ernaast een nieuwe oproep voor een demonstratie.

Omdat het iedereen vrij stond om, voor 15:00 bij koffiebar Roodmerk, teksten en illustraties te leveren en deze anoniem gepubliceerd werden is het lastig om auteurs te achterhalen. Vanwege de ervaring met de publicatie van namen van enkele provoleiders, wat leidde tot brandmerking in de Nederlandse pers, werd het werk van Woningburo de Kraker en nu het Nieuwmarkt Dagblad in anonimiteit voltooid.

Hoewel het in eerste opzicht geen nadrukkelijk doel van dit dagblad was om zelfstandige burgers op te leiden, het diende juist als vereniging van alle buurtbewoners tot een strijdbare eenheid, toonde het Nieuwmarkt Dagblad en de Aktiegroep Nieuwmarkt wel dat zij autonoom in staat waren om een vuist te maken tegen de plannen van de gemeente. De krakers van Woningburo de Kraker gaven een handleiding voor krakers uit. Aktiegroep Nieuwmarkt was in staat met weinig middelen, maar grote publieke betrokkenheid de plannen van de gemeente te dwarsbomen en de stad ideologisch te veranderen. Vanuit een historisch standpunt is het indrukwekkend wat enkele gemotiveerde buurtbewoners met een drukpers en een ideologie wisten te bereiken. Voor latere bewegingen die zich, net als de kraakbeweging, tegen grotere en machtigere organisaties verzetten kan dit als inspiratiebron dienen.

Wat mij persoonlijk uit dit onderzoek is bijgebleven, waarvan ik daarvoor niet op de hoogte was, is het belang van de grote maatschappelijke betrokkenheid bij de krakersbeweging. Aangezien de krakers slechts een kleine groep mensen in Amsterdam vertegenwoordigde waren zij voor handhaving op andere mensen aangewezen. Dankzij de steun van overige buurtbewoners, gelijkgestemde studenten, architecten die de luchtbrug bouwden waren zij in staat om een sterke vuist tegen het gemeentelijk beleid te maken en konden daarmee de nationale belangstelling op de woningnood vestigen.

Door het gehele bronnencorpus van Aktiegroep Nieuwmarkt te bestuderen zou men invloeden van de provo’s op de kraakbeweging gedetailleerd kunnen beschrijven. Tegelijkertijd zouden afwijkingen ten opzichte van de provocultuur in kaart gebracht kunnen worden. Vanwege het grote aantal tijdschriften en andere uitgaven waarbij Aktiegroep Nieuwmarkt betrokken is geweest is het interessant om mogelijke kruisbestuiving van andere tijdschriften of groepen krakers te bekijken. Bij onderzoek naar de complete collectie van alle Nieuwmarkt Dagbladen kan men onderzoeken of er in de loop van het blad een verschil in houding optreedt. In het bijzonder voor en na de Nieuwmarktrellen. Ontstond er een andere stemming onder de krakers of de buurtbewoners nadat het geweld in hun buurt is losgebarsten? Was dit het allemaal waard geweest? Gezien het feit dat de gemeente uiteindelijk van de volledige sloop van de buurt afzag is het aannemelijk dat veel deelnemers hiermee instemmen, hoewel afgunst tegen deze geweldsexplosie ook reëel is.

Conclusie

De Aktiegroep Nieuwmarkt heeft haar gedachtengoed, repertoire, leden en financiering te danken gehad aan de provobeweging. Met openbare demonstraties en het uitgeven van ideologisch geladen tijdschriften verspreidde zij hun opvattingen en ronselden medestanders. Met het opknappen van vervallen panden en het organiseren van feestweken werd zowel aangetoond dat zij geen kwaad in de zin hadden als het demonstreren van een andere mogelijkheid ten opzichte van het gemeentelijk beleid. Door panden in de binnenstad weer bewoonbaar te maken hoefden Amsterdammers niet langer naar de periferie uit te wijken.

Door middel van het Nieuwmarkt Dagblad werden constant op de hoogte gehouden van mogelijke uitzettingen of slopingen. Daarnaast was dit blad deels gericht aan tegenstanders, die zij van hun ‘menselijke’ kant wilden overtuigen. Vanwege het simplistische ontwerp, de combinatie van getypt en geschreven tekst, strips, krabbeltjes en tekeningen wordt een ambachtelijke sfeer gecreëerd, waarmee zij hun amateuristische opzet tegenover de machtige gemeente demonstreren. Wanneer het stadsbestuur de wensen van de inwoners niet meer in acht neemt is het toegestaan om op buitenparlementaire acties over te stappen om de wil van de burgers te realiseren. De Aktiegroep Nieuwmarkt werd hierbij, onder andere dankzij het Nieuwmarkt Dagblad, bijgestaan door medestanders uit allerlei verschillende standen. Door het gebruik van minimale middelen in hun strijd tegen vele malen grotere instantie kan deze beweging als inspiratiebron voor vele groeperingen dienen.